Rondom hoogbegaafdheid zijn nog veel onduidelijkheden en misvattingen. Gelukkig wordt er al wel steeds meer over geschreven en onderzocht. In die zin zien we een positieve vooruitgang in de samenleving op gebied van het beter begrijpen van wat hoogbegaafdheid is. In het verlengde van hoogbegaafdheid worden soms ook wat andere termen gebruikt. Één daarvan is de term creatief (hoog)begaafd. In dit artikel gaan we in op het onderscheid tussen creatief begaafd en hoogbegaafd en hoe dat invloed heeft op de omgevingen waarin je functioneert.
Creatief begaafden versus creatief hoogbegaafden
Creatief begaafden kun je omschrijven als associatieve creatieve denkers. Dit brengt mee dat zodra een creatief begaafde nieuwe informatie krijgt, er automatisch verder over wordt doorgedacht. Hierbij wordt nieuwe informatie snel gekoppeld aan bestaande informatie; dat wat ze al weten. Als gevolg kunnen nieuwe verbanden ontstaan en tot nieuwe concepten en ideeën gekomen worden. Creatief begaafd zijn zegt dus niets over hoe handig of artistiek je bent of hoe goed je bent in het werken en creëren met je handen. Het zegt iets over de manier van denken. Het betekent ook nog niet per se dat er sprake is van een bovengemiddelde intelligentie aangezien creatieve begaafdheid bij diverse IQ levels voor komt. Dat is dan ook meteen het belangrijkste verschil tussen creatief begaafd en creatief hoogbegaafd; de tweede groep wordt namelijk wel gekenmerkt door een hogere intelligentie.
Bij Gifted People richten we ons op de totale hoogbegaafde bevolking. In de meeste gevallen zien wij bij hoogbegaafden dat er sprake is van deze creatieve hoogbegaafdheid. In diverse modellen over hoogbegaafdheid wordt creativiteit ook als kenmerk van hoogbegaafdheid benoemd. Denk bijvoorbeeld aan het model van Mönks en het daaruit voortvloeiende model van Heller. Daarom kiezen we er bij Gifted People voor om de term creatieve hoogbegaafdheid samen te trekken met de term hoogbegaafdheid. Wij bedoelen dus met beide termen hetzelfde. (lees ook het artikel; hoe weet ik dat ik hoogbegaafd ben?).
Wij geloven overigens dat het niet zo zeer gaat om welk labeltje je ergens aanhangt, het gaat er om dat je voor jezelf helder maakt hoe jij in elkaar zit en dat je weet hoe en waar jij het beste functioneert. Daarvoor is het wel nodig dat je weet hoe de mate van jouw begaafdheid invloed heeft op de rol die jij in de samenleving te vervullen hebt. Om dat verder toe te lichten, gaan we eerst in op de verschillende rollen en begaafdheden die er in onze samenleving te vinden zijn, waarbij we ook specifiek kijken naar het onderscheid begaafd en (creatief) hoogbegaafd.
De samenleving ingedeeld op begaafdheden
Wanneer we kijken naar de totale samenleving, kunnen we deze opdelen en weergeven in een normaal curve (zie figuur 1). Daarbij zien we het middelste / grootste gedeelte als de “normale” samenleving. Hier zijn grotendeels ook onze instanties, scholen en organisaties op ingericht. Als we naar links verschuiven komen we bij de minderbegaafden en nog verder naar links brengt ons bij de zwakbegaafden. Daar waar de minderbegaafden tot op zeker hoogte nog wel de aansluiting kunnen vinden met de normale samenleving, geldt dit niet voor de groep zwakbegaafden. Er zijn voor deze groep daarom speciale instanties, scholen en organisaties opgericht zodat ook zij worden voorzien in hun levensbehoeften.
Als we naar rechts verschuiven komen we bij schoolse/slimme begaafden en vervolgens bij de niet-schoolse/creatief hoogbegaafden. De eerste groep is vaak in positieve zin de bekendste groep aan deze kant van de curve; het zijn de studenten die hoge cijfers halen, de mensen waarvan we zeggen dat ze slim zijn. Deze groep vindt vaak ook nog goed de aansluiting met de normale samenleving en kunnen binnen het onderwijs geholpen worden door bijvoorbeeld extra werk in de vorm van verbreding en verdieping. Tussen deze groep begaafden kunnen ook creatief begaafden voorkomen. De creatief begaafden zullen het al iets moeilijker hebben in het schoolsysteem omdat zij op andere wijze leren en anders omgaan met de concepten die ze krijgen aangereikt.
De creatief hoogbegaafde functioneert en ontwikkelt fundamenteel anders
De niet-schoolse/creatief hoogbegaafden vormen een groep die fundamenteel op een andere manier denkt, ervaart en functioneert. Een groep die anders in de wereld staat en op een andere wijze tegen zaken aankijkt. Hierdoor vinden zij het lastig om aansluiting te vinden bij de normale samenleving. Deze hoogbegaafden zijn vaak de vernieuwers, de verbeteraars, de veranderaars; ze komen ergens binnen en zien meteen wat anders of beter kan. Ze zijn zelflerend, zelfsturend en zelfbepalend en zijn gebaat bij een hoge mate van vrijheid in wat ze doen.
Daar waar voor de groep zwakbegaafden wel ondersteunende omgevingen zijn gecreëerd, wordt er echter van de creatief hoogbegaafden verwacht dat zij met de gewone samenleving meedraaien. Dit vereist van hen dat zij zich aanpassen aan, en vormen naar, een systeem dat eigenlijk niet bij hen past. Dit kan vergeleken worden met het laten functioneren van de normale samenleving in de groep van zwakbegaafden, daarbij voelen beide groepen ook dat het niet “past”.
Onderpresteren en disfunctioneren
De niet-schoolse/creatief hoogbegaafden worden binnen het onderwijs veelal miskend en niet gezien en erkend in hun begaafdheden. Zij hebben vaak ook kwaliteiten en interesses die zich buiten de schoolkaders bevinden. Het komt daarbij ook regelmatig voor dat deze groep op school onderpresteert. Dit onderpresteren hoeft niet op te vallen omdat onderpresteren betekent dat er onder het eigen niveau gepresteerd wordt. Dat valt soms samen met het gemiddelde niveau. Onderpresteren valt over het algemeen pas op als er sprake is van zowel absoluut als relatief onderpresteren: er wordt dan onder het eigen niveau en onder het gemiddelde niveau gepresteerd. De creatief hoogbegaafde haalt in dat geval lage cijfers en kan zelfs ook gedragsproblemen gaan vertonen, opstandig en baldadig worden en soms zelfs agressief. Deze symptomen hebben als ondergrond de hoogbegaafdheid en een niet-passende omgeving, maar worden vaak toegewezen aan andere oorzaken. Diagnoses als ADHD, ADD, Autisme en PDD-NOS worden afgegeven omdat deze jongeren o.a. te druk zijn, zich niet kunnen concentreren, of geen aansluiting vinden met hun medeklasgenoten.
Het niet kunnen concentreren of motiveren voor iets en het behalen van lage cijfers ondanks hun intellect, is voor een deel te verklaren vanuit het oogpunt dat de wijze waarop hoogbegaafden zich ontwikkelen en leren afwijkt van hoe dit in de normale samenleving gebeurt. Zij willen bijvoorbeeld vaker het waarom weten, het nut van waarom ze iets moeten leren. Bovendien leren ze niet lineair, hebben ze vaak eerst het overzicht nodig om zich daarna ergens in te kunnen verdiepen (top-down) en komen ze soms op andere antwoorden die niet onjuist zijn maar ook niet “de bedoeling zijn”. Als laatste in deze zijn ze vooral geneigd op zoek te gaan naar wat hen interesseert in plaats van wat zij moeten leren en vinden ze het moeilijk om zichzelf te motiveren voor iets wat te makkelijk is. In de klas worden ze in dat geval nog weleens als lastig bestempeld. In die zin vallen ze dan negatief op.
Een gebrek aan ontwikkelingsgelijken
Daarnaast lopen hoogbegaafden er tegenaan dat medeklasgenoten elkaar vaak wel kunnen vinden in een bepaalde aanpak en zienswijze, terwijl de hoogbegaafde het steeds anders ziet. Vanwege de overtuiging dat de meerderheid in de groep het waarschijnlijk beter weet, wordt de conclusie getrokken dat wat zij zelf denken onjuist is. Deze feedback krijgen zij vaak ook van klasgenoten als zij bijv. een voorstel of idee uiten. Het zelfvertrouwen en het vertrouwen in de eigen intuïtie neemt hierdoor af. Bovendien leidt dit er toe dat veel creatief (hoog)begaafden zichzelf in plaats van slim juist heel erg dom gaan voelen.
Een ander probleem is dat hoogbegaafden vaak weinig mensen om zich heen hebben waar ze intellectueel en verbaal door worden uitgedaagd. Als gevolg kunnen ze zichzelf op bepaalde vlakken minder goed doorontwikkelen. Voor de sociaal-emotionele ontwikkeling zijn namelijk ontwikkelingsgelijken nodig. Een gebrek hieraan gaat bovendien gepaard met gevoelens van eenzaamheid. Als laatste ervaren hoogbegaafden vanwege o.a. het anderszijn en het snelle denken regelmatig dat ze niet begrepen worden en soms zelfs onjuist behandeld. Dit roept een scala aan negatieve emoties op.
Lopen alle creatief hoogbegaafden vast in schoolomgevingen?
Een gedeelte van de niet-schoolse hoogbegaafden doet het overigens schijnbaar wel goed in het onderwijs omdat zij zich volledig hebben aangepast aan het systeem en precies doen wat er van hen verwacht wordt. Maar, om te kunnen functioneren in de gewone samenleving moeten hoogbegaafden zich dusdanig aanpassen dat er identiteitsverlies kan ontstaan. Het lang aanpassen aan een systeem wat niet past heeft ernstige consequenties en kan ook niet langdurig worden volgehouden. Het aanpassen vraagt namelijk ontzettend veel energie waardoor de hoogbegaafde uiteindelijk meer aan het overleven is dan aan het mee-functioneren. Als gevolg ontstaat oververmoeidheid en zelfs depressieve en suïcidale klachten omdat ze zichzelf en hun levenszin zijn verloren (lees ook meer over de vormen van vastlopen in dit artikel: anders zijn; creatief hoogbegaafden in de schoolse omgeving).
Iedere groep in de samenleving heeft een eigen functie
We hebben nu gezien dat er een onderscheid te maken is in de samenleving en dat iedere groep een eigen taak en functie heeft. Al deze taken en functies zijn daarbij net zo belangrijk is voor het voortbestaan en evolueren van de samenleving en wordt naar draagkracht ingevuld. Zo is het de kracht van creatief hoogbegaafden dat zij vernieuwing en verbetering kunnen brengen en de samenleving vooruit kunnen brengen d.m.v. innovatie, verbetering van het bestaande of door iets geheel nieuws te ontwikkelen. De normale samenleving is juist gericht op het in stand houden van de samenleving, het onderhouden van het fundament. Deze rollen zijn dan ook aanvullend op elkaar, maar dat kan alleen worden benut als ieder mens de juiste ondersteuning krijgt, passend bij hun levensmissie. Het is daarom voor de samenleving cruciaal om hoogbegaafden te herkennen en hen een passende omgeving te bieden waar zij hun talenten en kwaliteiten kunnen ontwikkelen. Gebeurt dit niet, dan gaan deze talenten verloren en blijft de samenleving stilstaan in plaats van dat deze zich voort beweegt en door ontwikkelt.
Creatieve hoogbegaafdheid op de werkvloer
Dat waar creatief hoogbegaafden in de schoolse omgeving tegenaan lopen, is overigens vergelijkbaar met waar ze in de werkende omgeving tegenaan kunnen lopen. Met de nadruk op kunnen. Wanneer er namelijk tijd is gestoken in het proces van zelfonderzoek en inzichten zijn opgedaan over de eigen blauwdruk (wie je bent, wat je nodig hebt en wilt), kan er een passende omgeving gevonden of gecreëerd worden waarin je als creatief hoogbegaafde tot jouw recht komt en je jouw unieke gaves kunt benutten. Dat kan zowel in loondienst als in ondernemerschap. Als je daar meer over wilt lezen, lees dan dit artikel: anders zijn; creatief hoogbegaafden in de werkende omgeving.
Hoe weet je of je creatief begaafd of hoogbegaafd bent?
In dit artikel hebben we het onderscheid gemaakt tussen creatieve begaafdheid en creatieve hoogbegaafdheid. Beide worden gekenmerkt door een associatieve, creatieve denkwijze en het vermogen om te komen tot nieuwe concepten door nieuwe en oude informatie aan elkaar te koppelen. Het belangrijkste verschil tussen creatieve begaafdheid en creatieve hoogbegaafdheid is dat er bij hoogbegaafdheid sprake is van een bovengemiddelde intelligentie. Dit heeft invloed op de mate van benodigde uitdaging en ondersteuning. Het kan moeilijk zijn om voor jezelf te bepalen wanneer je in de categorie begaafd of hoogbegaafd valt. In sommige gevallen kan een IQ test daar uitsluitsel over geven.
Het lastige is alleen wel dat een IQ test een moment opname is en dat deze beïnvloed kan worden door verschillende factoren. Denk aan faalangst, onderpresteren, een gebrek aan zelfvertrouwen, maar ook door stress of door slecht geslapen te hebben. Op een IQ test hoeft een bovengemiddelde intelligentie daarom niet per se tot uiting te komen. Wij hebben bij Gifted People vaak genoeg gezien dat hoogbegaafden onder hun niveau hebben gescoord op een IQ test. Vervolgens zijn ze lange tijd hun antwoorden op de verkeerde plekken gaan zoeken. Belangrijker is dat je gaat onderzoeken hoe jij in elkaar zit. Wat klopt voor jou en wat jij nodig hebt. Een label is ook niet meer dan een label. Het zegt nog maar heel weinig over jou. De antwoorden die jij nodig hebt, ga je daarom ook alleen vinden als je tijd, geld en energie investeert in het proces van zelfonderzoek. Als jij jezelf steeds beter leert kennen. Je gaat daardoor ook steeds beter zien wat jouw plek in deze mooie wereld is en hoe je jouw unieke gaves kunt gaan inzetten.
Meer ontdekken over hoogbegaafdheid?
Doe dan mee aan de gratis online masterclass: >> klik hier voor meer info en om te zien wanneer de volgende is.