Lange tijd kon ik me er op mijn werk echt aan ergeren hoeveel er amateuristisch in elkaar leek te zitten. Ik zag zo duidelijk hoe het anders kon, hoe het beter kon, mooier kon. Zelf stak ik ook altijd extra moeite in wat ik deed en maakte. Ik wilde dat het er altijd super goed uitzag. Dat het voldeed aan de hoogste verwachtingen, of eigenlijk overtrof. Ik kon daarom best een beetje teleurgesteld zijn als anderen aankwamen met iets waar gewoon duidelijk weinig aandacht aan was gegeven. “Jeetje” dacht ik dan “had je er niet iets meer effort in kunnen steken?”
Wat ik toen niet wist is dat enerzijds het één van mijn kwaliteiten is dat ik oog voor detail heb. En anderzijds dat ik er veel waarde aan hecht dat iets tot in de kleinste puntjes verzorgd is. Omdat het voor mij zo belangrijk voelde, ging ik de hoge maatstaven die ik mezelf oplegde, ook aan anderen opleggen. Maar langzamerhand kwam ik erachter dat anderen simpelweg die mogelijkheden niet hadden en soms ook minder belang hechtten aan wat voor mij belangrijk was.
Allemaal onze eigen kwaliteiten
Als hoogbegaafde heb je op bepaalde vlakken een bovengemiddelde potentie en daarbij bepaalde kwaliteiten die anderen niet hebben. Deze kwaliteiten zijn daarom niet vanzelfsprekend. Het gevaar is dat we dit wel gaan verwachten bij anderen.
We kijken allemaal naar onze omgeving vanuit onze eigen kaders. Als hoogbegaafden vinden we wat we doen en kunnen redelijk vanzelfsprekend. De valkuil is dat we er daardoor vanuit gaan dat anderen ook zien dat iets op een bepaalde manier veel handiger is of dat er een bepaalde kwaliteit bereikt kan worden. Wanneer anderen daar niet aan voldoen, leidt dit tot teleurstelling. Je kunt het anderen ook kwalijk gaan nemen dat ze niet dat extra stapje hebben gezet omdat je het beoordeelt als onwil.
Daarom is het belangrijk dat je bij jezelf ziet wat jouw unieke kwaliteiten zijn. Want wanneer je dat weet, kun je ook zien dat jij daarin anders bent dan anderen. Je kunt daardoor vervolgens de verwachtingen naar anderen toe managen en bespreekbaar maken waar jij goed in bent en wat dat kan betekenen voor de werkverdeling. Andersom zul je ook zien dat er dingen zijn die de ander weer heel goed kan en die niet aan jou besteed zijn. Dat zijn de taken die jou over het algemeen veel energie kosten. Daarom zou het mooi zijn als je die taken ook vooral door anderen laat uitvoeren. Hiermee kun je elkaar inzetten in het verlengde van elkaars kwaliteiten.
Wat kun je doen?
Investeer tijd in het proces van zelfkennis. Want vanuit zelfkennis komen de antwoorden voort over wat voor jou belangrijk is en wat jouw kwaliteiten zijn.
Weet dat de kwaliteiten die rondom perfectionisme hangen niet bij iedereen aanwezig zijn. Verwacht daarom ook niet dat iedereen kan en doet wat voor jou zo “logisch” is. Juist dat het zo logisch is voor jou geeft aan dat het een kwaliteit is die jij bezit. Zie wat jij kunt niet zomaar als vanzelfsprekend. Daarmee doe je jezelf ook nog eens te kort.
Communiceer daarnaast met anderen over de verwachtingen en kijk met elkaar wie voor welke werkzaamheden de juiste kwaliteiten heeft.
Herken je dit? Verwacht jij soms te veel van anderen? Laat me weten onder de blog