Met klamme handpalmen loop je het podium op. Voor je zit een doodstille zaal in afwachting van jouw eerste zin. Het is nu of nooit, alles of niets. Dit is jouw moment. Je haalt diep adem, neemt een moment voor je zelf, zet een lach op je gezicht…
En dan? Wat gebeurt er dan bij jou?
Voor sommige mensen is dit één van de meest enge en oncomfortabele dingen om te doen: op een podium staan voor een groep mensen die wat gaat vinden van jou en van wat je komt vertellen. Hierdoor zijn we vaak geneigd om vooral hier aan te denken: hoe eng het wel niet is, en hoe bang we wel niet zijn. Als je echter vooral hier jouw aandacht op legt, dan is de kans groot dat het niet je beste presentatie ooit wordt. Wanneer je bezig bent met het publiek en nadenkt over wat zij er van zouden kunnen gaan vinden, ben je niet meer voldoende bezig met jouw presentatie wat een directe invloed heeft op jouw verhaal en hoe je jouw verhaal brengt. Jouw gedachten voorafgaand en tijdens een belangrijke activiteit hebben een grote impact op de uitvoering ervan. Het is niet erg om nerveus te zijn, want dit houdt je juist scherp en alert. Het zorgt voor energie en adrenaline. In die zin is het eigenlijk een voorwaarde. Maar de gedachten die je hebt over het nerveus zijn en over hoe het eventueel mis kan gaan, belemmeren jou in het leveren van een topprestatie. Hoe je het podium opstapt, bepaalt het succes van jouw presentatie.
Stel je deze 2 scenario’s voor:
Voorafgaand aan de presentatie denk je vooral aan:
- wat er mis kan gaan, wat er zou gebeuren als jij je tekst vergeet, als niemand lacht om de ingebouwde grapjes, als mensen onrustig worden, met elkaar gaan kletsen, ‘boe’ gaan roepen, etc.
- hoeveel plezier je gaat hebben, ongeacht wat de zaal er van vindt, dat je het goed hebt voorbereid, dat je alles gaat geven wat je hebt te bieden, dat je hoe dan ook trots bent op jezelf, en dat je dit nu met volle overgave gaat doen
In het eerste geval ga je bijna gegarandeerd over van gezonde nerveusheid naar paniek. En bij paniek komt jouw hele organisme meteen in actie, want paniek duidt op gevaar. Vervolgens kun je geen woord meer uitbrengen terwijl je op zoek bent naar de dichtstbijzijnde uitgang. Dit is uiteraard dan wel ongeveer het worst-case-scenario. Maar hoe dan ook heeft deze instelling, zoals je kunt verwachten, een negatieve invloed op jouw prestatie.
In het tweede geval maakt het niet uit wat de zaal er van vindt, het gaat er om dat jij plezier hebt en je weet dat je alles hebt gedaan wat in je macht ligt om je voor te bereiden. In dit geval straal je veel meer zelfvertrouwen en positiviteit uit. Mensen zien het aan je gezicht, horen het aan je stem en zijn daardoor ook sneller geneigd om zelf positief te gaan denken over jouw prestatie.
Public speaking, net als met veel andere activiteiten die je moet ondernemen om te bereiken wat je wilt, is een kwestie van voorbereiding, de juiste mindset en oefenen. Het is niet een kwestie van talent. Sommige mensen hebben wellicht minder moeite met het op het podium staan, maar dat ligt vooral aan de mate van (succes) ervaringen en mindset. Als je gaat kijken naar de mensen waar jij naar op kijkt, jouw rolmodellen, dan denk je vaak dat zij een gave hebben voor presenteren (of een andere activiteit), dat zij er van nature goed in zijn en dat zij nooit bang of angstig zijn of klamme handen hebben. Maar de waarheid is dat zij, net als jou, spanning ervaren voorafgaand aan het leveren van een belangrijke presentatie. Omdat je niet weet wat zij denken, kun je alleen afgaan op wat je ziet, en wat je ziet is dat zij er goed in zijn. De conclusie dat zij er een talent voor hebben is daarom snel getrokken, maar ook kort door de bocht. Een groot aantal uitstekende sprekers geeft toe nog regelmatig klamme handen te hebben voorafgaand aan een presentatie en tijdens eerste presentaties zelfs misselijk te zijn geweest van de spanning. Het is normaal om nerveus te zijn, en het is ook helemaal niet erg om nerveus te zijn. Zorg er alleen voor dat je gedachten niet met je aan de haal gaan.
Het is dus niet een kwestie van talent, maar vooral van de bereidheid om oncomfortabel te zijn en door te zetten om te bereiken wat je voor ogen hebt. Als je op weg bent naar iets wat voor jou belangrijk is, dan is de weg er naar toe af en toe doodeng, onzeker, oncomfortabel en risicovol. Wat de mensen die aan de top staan onderscheidt van de massa heeft weinig te maken met omstandigheden of voorwaarden: ze zijn niet per definitie beter, slimmer of rijker, en ze zijn zeker niet minder bang, maar ze zetten wel altijd door, ongeacht belemmerende omstandigheden. Zij begrijpen dat als je ergens wilt komen, dat je daar doorheen moet omdat al het moois na de pijn komt. Zij begrijpen dat waar een wil is, een weg is. Zij geloven in hun dromen en zijn bereid om daar hard voor te werken. En in dat werken, daar ligt nog een heel belangrijk gegeven: je wordt namelijk goed in wat je beoefent, wat je keer op keer doet. De beste sprekers zijn de sprekers die weten dat het cruciaal is voor hun succes om een uitstekende presentatie te geven en ze blijven net zo lang oefenen en voorbereiden tot ze het niveau bereiken wat ze willen bereiken. Als zij het podium op gaan, dan weten zij dat ze er alles aan hebben gedaan om de best mogelijke presentatie te geven. En als jij dat ook van jezelf weet, dan kun je niets meer doen dan het podium op gaan (met eventueel klamme handen) om daar jouw verhaal te gaan vertellen, jezelf te gaan verkopen, te laten zien wat je waard bent en “je ding te doen” ongeacht wat de zaal daar van vindt.
Het gaat er dus niet om of je wel of niet bang bent, het gaat er om dat je leert te vertrouwen op jezelf, dat je blijft oefenen tot je tevreden bent over je verhaal. En of het nu om presenteren gaat of iets heel anders, het principe blijft hetzelfde: focus je op wat je wilt bereiken en niet op wat er mis kan gaan. Bereid je voor, maak het voor jezelf zo plezierig mogelijk en laat los wat de zaal, wat de ander, eventueel van jou zal denken.
Heb jij mijn E-book over hoogbegaafdheid al gelezen?
Die kun je hier gratis aanvragen!