Een tijd geleden was ik bij de lezing van Dick Swaab over ‘ons creatieve brein’. Tijdens die lezing werd een voorbeeld gegeven aan de hand van een Siamese tweeling. Wat mij het meeste bijbleef was dit: beide dames waren anders. En met anders bedoel ik, ze hadden niet precies dezelfde interesses, niet dezelfde voorkeuren en ze waren het ook niet altijd met elkaar eens. Hoewel ze dezelfde genetische achtergrond hebben, (bijna) dezelfde ervaringen in hun leven hebben opgedaan, zijn ze niet hetzelfde.
Het punt wat ik hiermee wil maken is dat geen mens, zelfs niet een Siamese tweeling, hetzelfde is. En toch heerst er een overtuiging dat alle hoogbegaafden hetzelfde zijn. Dat ze te herkennen zijn aan dezelfde kenmerken en dat je alleen hoogbegaafd kunt zijn als jij alle vakjes van alle checklists kunt aanvinken en jezelf in alle kenmerken kunt herkennen.
Daarom hoor ik ook regelmatig: ‘ik herken mezelf in veel van de kenmerken, maar ik weet niet of ik hoogbegaafd ben, want ik herken mezelf niet in….’.
Vergis je niet dat binnen de kleine 2.5% van de bevolking die hoogbegaafd is, heel veel verschillende soorten en vormen van hoogbegaafden te vinden zijn. Geen hoogbegaafde is hetzelfde. Er worden juist veel verschillende kenmerken genoemd om je te helpen te herkennen of je hoogbegaafd bent. Je hoeft daarbij niet te voldoen aan alle kenmerken.
Maar, er zijn wel een aantal kernfactoren die door alle hoogbegaafden worden gedeeld. Als hoogbegaafde ben je namelijk fundamenteel anders in de manier waarop je in het leven staat, de wijze van denken, voelen en doen. Je merkt dingen op die anderen niet schijnen te zien en je vraagt jezelf regelmatig af ‘waarom ze dat nou zo hebben gedaan terwijl het veel makkelijker, beter of mooier had gekund’.
Bovendien zijn er patronen te herkennen in de schoolperiodes van hoogbegaafden, de invulling en wensen op gebied van werk en in de sociale context. Ongeacht hoe graag je het ook goed wilt doen, in omgevingen met weinig gelijkgestemden en omgevingen waar je niet in past, ga je tegen bepaalde dingen aanlopen.
Vaak weet je eigenlijk gevoelsmatig wel dat je hoogbegaafd bent, maar jouw rationele brein is nog op zoek naar bevestiging. Alsof je dan pas mag zeggen ‘ja, ik ben hoogbegaafd’. Uiteindelijk maakt het niet uit of jij jezelf wel of niet hoogbegaafd noemt, als je maar begrijpt wat het voor jou betekent. En ook, dat jij als hoogbegaafde zeker niet hetzelfde bent als andere hoogbegaafden. Je kunt jezelf daarom ook niet aan een andere hoogbegaafde afmeten om te zien of jij wel of niet hoogbegaafd bent. Dus niet meer denken ‘ja maar hij of zij is duidelijk hoogbegaafd, en dus ik niet’!
IN DE REEKS MISVATTINGEN:
Misvatting #1: hoogbegaafden zijn altijd succesvol in school- en werkomgevingen
Misvatting #2: alle hoogbegaafden zijn hetzelfde
Misvatting #3: alleen een IQ test bepaalt of je hoogbegaafd bent
Misvatting #4: als hoogbegaafde ben je overal goed in
Misvatting #5: je kunt niet hoogbegaafd zijn en daarnaast een leerbelemmering of stoornis hebben
Misvatting #6: hulpverleners hebben genoeg kennis om misdiagnoses te voorkomen
Misvatting #7: hoogbegaafden kunnen zich gewoon aanpassen en redden zichzelf wel
Heb jij mijn E-book over hoogbegaafdheid al gelezen?
Die kun je hier gratis aanvragen!