Zelf heb ik jaren geleden een periode gehad waarin ik extreem weinig uit mijn handen kreeg. Dat was voor mij een unieke ervaring omdat ik juist heel erg van het aanpakken ben. En de grap is dat het helemaal niet ging om grote dingen. Het waren vooral kleine overzichtelijke taken en simpele activiteiten. Per stuk zou het me misschien niet langer dan een uur kosten. Maar ik kon me er gewoon niet toe aanzetten.
Het was alsof mijn tolerantie op was. Ik had jarenlang dingen gedaan die moesten en die niet echt bij mij pasten. En ik had in die jaren veel activiteiten naar mij toe getrokken. Als gevolg had ik nu een aantal side projecten lopen waar ik geen energie meer van kreeg. Die vooral voelden als een last waar ik me gevoelsmatig niet van kon ontdoen (want ik had het beloofd en afspraak is afspraak). Ik voelde de strijd tussen het me verantwoordelijk voelen, de druk op mijn schouders en het verlangen om de dekens over mijn hoofd te trekken en de boel lekker de boel te laten. Ik kon het gewoon niet meer opbrengen. Het was opperdepop.
Kleine dingen worden groot
In de vorige blog ging het over uitstellen als je grote dromen en plannen hebt, maar juist ook de kleine dingen in het leven laten zich gemakkelijk uitstellen. Zeker als het gaat om dingen waar je energie op verliest, zoals routinematige taken. Of als het gaat om dingen waar je steeds maar niet aan toe komt. Zoals dat ene telefoontje dat je nog hebt te plegen. Of het opruimen van je schuur of het nadenken over de volgende stappen die je te zetten hebt op gebied van je werk of je relatie.
Veel hoogbegaafden zijn ook extreem goed in werk naar zich toetrekken. Maar onthoud dat ook al werk je soms sneller dan je collega’s en kun je het in theorie allemaal doen in de tijd die je hebt, alles wat in jouw hoofd rondzoemt onder de noemer ‘moet ik nog doen’ vraagt aandacht en headspace van je. Zie het als een kamer in je brein waar je tijdelijk to-do dozen kunt opslaan. Staan er een paar dozen, dan is dat allemaal niet zo spannend. Maar als je die dozen niet wegwerkt voordat de volgende lading komt, dan gaat die kamer zich steeds meer vullen. Uiteindelijk sta je zelf ergens in een hoekje gedrukt en kun je niet meer zien hoe je een weg naar buiten kunt banen.
Als gevolg krijg je steeds minder uit je handen. Het gaat bovendien allemaal steeds groter voelen. En omdat de druk toeneemt en ook de negatieve emoties die je ervaart, word je steeds meer weerhouden om in beweging te komen. Dan verander je ineens van een aanpakker in een uitsteller. Zorg er daarom voor dat to-do’s zich niet gaan opstapelen en dat je steeds kijkt naar wat er op je bordje ligt. Geef daarin je grenzen aan. Durf nee te zeggen tegen die super aardige collega die jou steeds weet te vinden als er iets gedaan moet worden.
Wat kun je doen?
Wees je bewust dat ook al gaat het om kleine dingen, als je alles bij elkaar opgeteld is het niet meer klein. Vraag om hulp als je het gevoel hebt dat het je te veel wordt. Durf dingen ook uit handen te geven als het jou meer energie kost dan oplevert.
Vind een strategie die voor jou werkt om de dingen te doen die belangrijk zijn voor jou. Sommige mensen gaan bijvoorbeeld goed bij het aanbrengen van strakke deadlines omdat het gevoel van urgentie hen in beweging brengt. Andere mensen gaan goed bij het dagelijks tijd maken voor het wegwerken van benodigde taken. Voor mij werkt het goed om dagelijks een top 3 te maken van dingen die ik gedaan wil hebben en om daar meteen aan het begin van de dag mee te beginnen.