Wat ik persoonlijk super-interessant vind, dat zijn mensen die net dat beetje extra hebben. Die wat kleur toevoegen aan een grijsachtige omgeving. Mensen die buiten de lijntjes kleuren, zoals ook benoemd in de vorige blog. Mensen die zichzelf in hun enthousiasme kunnen verliezen, maar ook mensen die diep geraakt kunnen worden door zowel de goede als de vervelende dingen. Als geen ander weet ik ook dat niet iedereen dat leuk en interessant vindt.
Wanneer ik aan een willekeurige hoogbegaafde vraag ‘welke “te” ben jij weleens genoemd?’, dan krijg ik een hele lijst aan ‘te’s’ te horen. Van te druk, te emotioneel, te dromerig, te gevoelig tot te betweterig, te kritisch, te perfectionistisch, te moeilijk en alles daar tussenin. Als hoogbegaafde kun je namelijk, op z’n zachtst gezegd, nogal intens zijn in de omgang en dat ontgaat zowel jou als de omgeving niet.
Je merkt het zelf ook vooral omdat je dan wordt aangesproken op het “te” zijn in de vorm; ‘Stel je niet zo aan’, ’Waarom doe je toch altijd zo moeilijk?’, ‘Waarom trek jij je toch alles zo aan?’, ‘Jij weet ook altijd alles beter’. Dat brengt mee dat je vaak al op een jonge leeftijd voelt dat er eigenlijk tegen je gezegd wordt ‘Zoals jij doet en bent, dat is niet oké’. De gedachte en overtuiging ontstaat dat andere mensen het vervelend vinden als jij doet wat natuurlijk is voor jou. Vrijwel automatisch neem je daar de les uit dat het nodig is om een deel van jezelf te onderdrukken om erbij te kunnen horen.
Dat beetje extra maakt wie je bent
In onze Nederlandse samenleving zijn we best wel van het ‘Doe nou maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’. Als je daar een beetje buiten valt, dan wordt er al snel raar gekeken. Als je een beetje met je hoofd ergens bovenuit stijgt, dan wordt daar al snel wat van gevonden. Tegelijkertijd hebben we allemaal het verlangen om erbij te horen, om een onderdeel te zijn. Dus als je merkt dat jouw “te’s” voor sommige mensen wat te veel is, dan ga je dat vanzelf temperen.
Maar het zijn juist de “te’s” die jou maken wie je bent. Het onderdrukken daarvan is niet alleen vermoeiend, het staat je ook in de weg van het ontwikkelen van jouw unieke gaven en kwaliteiten. Bovendien kun je juist met jouw “te’s” en extra’s een waardevolle toevoeging leveren in de omgevingen waar jij je bevindt. Je kunt mensen in beweging zetten vanuit enthousiasme. Je kunt de sfeer ergens haarfijn aanvoelen en daardoor snel inschatten wat er nodig is. Je kunt je intens hard maken voor iets wat voor jou belangrijk is, of wat je ervaart als onrechtvaardig. Daardoor kun je dingen veranderen die anders onveranderd zouden blijven.
Als de ander niet zo “extra” is
Hoewel het intens-zijn veel mooie kanten kent, kan het helaas in de samenwerking met anderen, ook teleurstelling en frustratie meebrengen. Bijvoorbeeld omdat je niet begrijpt waarom anderen niet zo betrokken zijn bij iets wat voor jou zo belangrijk is. Of waarom anderen het moeilijk vinden dat jij staat te stuiteren van energie en enthousiasme over een nieuw idee. Terwijl jij het maar raar vindt dat anderen niet zo enthousiast zijn.
Het kan lastig zijn als je het idee hebt dat collega’s minder waarde hechten aan een bepaalde kwaliteit. Het lijkt in jouw ogen dan soms alsof zij zich er gemakkelijk vanaf willen maken. Terwijl zij juist vinden dat je er te veel voor doet of van verwacht. Een belangrijk verschil tussen jullie is dat jij vaak genoeg dingen simpelweg totaal anders ziet als dat zij dat doen. Zij lopen niet met het vergrootglas rond waardoor wat voor jou zo duidelijk zichtbaar is, is voor hen niet te zien is. Dan is er dus geen sprake van onwil, maar een verschil in gaven en mogelijkheden. Daarom is het goed om te onthouden dat wat jij kunt en ziet, niet vanzelfsprekend is en dat je dit ook niet automatisch van de ander kunt verwachten.
Wat kun je doen?
Het is niet voor niets dat er verschillende soorten mensen zijn met verschillende soorten begaafdheden en verschillende soorten intensiteit. Jij bent precies zoals jij hoort te zijn om te kunnen doen wat jij te doen hebt. De vraag is daarom steeds wat je kunt doen om omgevingen te vinden waarin dat wie jij bent en wat jij kunt juist gewaardeerd wordt. Met de nadruk op waarderen in plaats van alleen maar tolereren. Om te weten welke omgevingen passen, blijft het nodig om je bezig te houden met het proces van zelfkennis zoals we in het vorige thema ook al zagen. Hoe beter jij weet wie jij bent, wat jouw blauwdruk is, des te beter jij gaat zien welke omgevingen daarbij aansluiten.
Vanuit jouw blauwdruk, wie je bent en hoe jij bedraad bent, kun je ook steeds beter herkennen wat jou anders en intenser maakt dan de ander en waarin je elkaar dus meer tegemoet mag komen. Dat is de basis van een gesprek waarin je met elkaar verwachtingen kunt bespreken en elkaar kunt meenemen in elkaars mogelijkheden en onmogelijkheden. Blijf jezelf er scherp op houden dat je niet automatisch van de ander verwacht wat voor jou van nature komt. Zoals jij bent, is niet iedereen. En dat is maar goed ook. Want juist daarom kunnen we elkaar versterken en aanvullen.
—
In de komende blogs zullen we het kenmerk van intens-zijn verder uitlichten. Voor nu een vraag aan jou, hoe ervaar jij jouw “te’s” en extraatjes? Laat je het mij weten onder deze blog?
Heb jij het e-book over hoogbegaafdheid al gelezen?
Dat kun je gewoon gratis aanvragen:
Yes, ik wil graag dat e-book! Je ontvangt dan ook de wekelijkse HB updates gemakkelijk in je mail